Neige Cliché
Was ik maar een sneeuwvlok.
Die, vanaf het puntje van je neus
Langzaam smeltend
je lippen zou bereiken
Dan zou ik blij zijn dat het winter was.
Tompel
Schrijf aan je toekomstige liefje
een waanzinnig warme liefdesbrief.
Stop de brief in een fles.
Gooi de fles in een glasbak.
Wacht op een wonder.
Jos van Hest
Als ik een pot was
en jij de pan,
stonden we samen
in vuur en vlam.
En als jij de berg was,
koud en moe.
Dan was ik de sneeuw
en dekte je toe.
Arnold Lobel
Siberië
Geef me je jas
van bont van teddyberen.
Leg je arm om me heen
en al je winterkleren.
Zoen me
tot ik spin.
Trek je eigen huid dan uit,
stop mij eronder in.
Sus me met je hartslag:
wij ons wij ons wij ons.
Maak van dit veel te grote bed
een heel klein fort van dons.
Bart Moeyaert
Luciferdoosje
Met jou
slapen
in een
lucifer-
doosje
moet wel
heel
gevaarlijk
zijn.
Jij
die mij
in vuur
en vlam zet.
Ik die al
brand
van verlangen.
Lut De Block
Je bent zo
mooi
anders dan ik,
natuurlijk
niet meer of
minder
maar
zo mooi
anders,
ik zou je
nooit
anders dan
anders willen.
Hans Andreus
Bekentenis
Ik mag je.
Nee, ik mag je niet.
Ik moet je. Dat bedoel ik.
Ik heb je lief.
Nee, heb ik niet.
Ik word je lief. Dat voel ik.
Ik ga met jou.
Nee, ik ga niet.
Ik sta je bij. Beloof ik.
Ben stapel op je.
Hou je vast.
Ik.Hou.Van.Jou.
Geloof ik.
Bart Moeyaert
Voor een dag van morgen
Wanneer ik morgen doodga,
vertel dan aan de bomen
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan de wind,
die in de bomen klimt
of uit de takken valt,
hoeveel ik van je hield.
Vertel het aan het kind,
dat jong genoeg is om het te begrijpen.
Vertel het aan een dier,
misschien alleen door het aan te kijken.
Vertel het aan de huizen van steen,
vertel het aan de stad,
hoe lief ik je had.
Maar zeg het aan geen mens.
Ze zouden je niet geloven.
Ze zouden niet willen geloven dat
alleen maar een man alleen maar een vrouw
dat een mens een mens zo liefhad
als ik jou.
Hans Andreus